Wetsvoorstel Identiteitsvaststelling verdachten, veroordeelden en getuigen (31 436, nr. 10)

Met deze brief wil de Commissie Meijers uw aandacht vragen voor het wetsvoorstel Identiteitsvaststelling verdachten, veroordeelden en getuigen, dat op dit moment bij uw Kamer aanhangig is. Aan dit wetsvoorstel
is op een laat tijdstip, bij tweede nota van wijziging, een belangrijke bepaling toegevoegd die naar onze mening, wanneer aangenomen, in strijd is met het nationale en internationale recht (Handelingen Tweede
Kamer, 2008-2009, 31 436, nr. 10). Deze bepaling betreft de wijziging van het voorgestelde artikel 55c, tweede lid van het Wetboek van
Strafvordering, op grond waarvan de van verdachten overeenkomstig dit wetboek verwerkte vingerafdrukken, “indien vermoed wordt dat de verdachte een vreemdeling is”, met de overeenkomstig de Vreemdelingenwet 2000 verwerkte vingerafdrukken mogen worden vergeleken. In de praktijk zal dit betekenen dat vingerafdrukken van verdachten die zijn opgeslagen in het politie systeem HAVANK automatisch mogen worden vergeleken met de vingerafdrukken van alle asielzoekers opgeslagen in de Basisvoorziening Vreemdelingen (BVV). Immers op grond van artikel A3/7.4.2 Vc 2000 worden van alle asielzoekers de vingerafdrukken in het BVV opgenomen. Daarnaast worden in bijzondere gevallen ook van andere vreemdelingen de vingerafdrukken in het BVV opgeslagen, bijvoorbeeld bij ongewenstverklaring of irreguliere grensoverschrijding.