CM 310725 Commissie Meijers reactie op het wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
De Commissie Meijers heeft gereageerd op de internetconsultatie over het conceptwetsvoorstel tot strafbaarstelling van het verheerlijken van terrorisme en het publiekelijk steun betuigen aan terroristische organisaties.
Het voorstel beoogt het Wetboek van Strafrecht uit te breiden met nieuwe artikelen die niet alleen het rechtstreeks verheerlijken van terroristische misdrijven strafbaar stellen, maar ook indirecte uitingen en verspreiding daarvan – bijvoorbeeld door berichten te delen of te ‘retweeten’. Daarnaast wordt het strafbaar om geschriften of afbeeldingen met een dergelijke inhoud in voorraad te hebben om te verspreiden of tentoon te stellen.
Volgens de Memorie van Toelichting gaat het voorstel verder dan de minimumeisen van artikel 5 van de EU-Richtlijn terrorismebestrijding. Deze verplicht lidstaten om het publiekelijk opruiien tot het plegen van terroristische misdrijven strafbaar te stellen, inclusief indirecte vormen zoals verheerlijking. Nederland voldeed hier volgens het kabinet al aan via de bestaande bepalingen over opruiing (art. 131 en 132 Sr), maar kiest er nu voor de strafbaarstelling uit te breiden.
Dit commentaar beperkt zich tot de EU-rechtelijke aspecten van het desbetreffende wetsvoorstel en betoogt dat lidstaten niet zonder meer een bredere categorie van uitingen mogen verbieden dan waartoe de Richtlijn verplicht. Daarmee bestaat het risico dat het voorstel in strijd is met het EU-recht. Daarnaast wordt kritisch gekeken naar de manier waarop de Memorie van Toelichting het recht op vrijheid van meningsuiting (artikel 10 EVRM) behandelt.
CM 310725 Commissie Meijers reactie op het wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
De Commissie Meijers heeft gereageerd op de internetconsultatie over het conceptwetsvoorstel tot strafbaarstelling van het verheerlijken van terrorisme en het publiekelijk steun betuigen aan terroristische organisaties.
Het voorstel beoogt het Wetboek van Strafrecht uit te breiden met nieuwe artikelen die niet alleen het rechtstreeks verheerlijken van terroristische misdrijven strafbaar stellen, maar ook indirecte uitingen en verspreiding daarvan – bijvoorbeeld door berichten te delen of te ‘retweeten’. Daarnaast wordt het strafbaar om geschriften of afbeeldingen met een dergelijke inhoud in voorraad te hebben om te verspreiden of tentoon te stellen.
Volgens de Memorie van Toelichting gaat het voorstel verder dan de minimumeisen van artikel 5 van de EU-Richtlijn terrorismebestrijding. Deze verplicht lidstaten om het publiekelijk opruiien tot het plegen van terroristische misdrijven strafbaar te stellen, inclusief indirecte vormen zoals verheerlijking. Nederland voldeed hier volgens het kabinet al aan via de bestaande bepalingen over opruiing (art. 131 en 132 Sr), maar kiest er nu voor de strafbaarstelling uit te breiden.
Dit commentaar beperkt zich tot de EU-rechtelijke aspecten van het desbetreffende wetsvoorstel en betoogt dat lidstaten niet zonder meer een bredere categorie van uitingen mogen verbieden dan waartoe de Richtlijn verplicht. Daarmee bestaat het risico dat het voorstel in strijd is met het EU-recht. Daarnaast wordt kritisch gekeken naar de manier waarop de Memorie van Toelichting het recht op vrijheid van meningsuiting (artikel 10 EVRM) behandelt.
Download comment
Published on
13 August 2025